virologie

Ons virologisch laboratorium bestaat uit een team van wetenschappers en bekwame laboratoriumtechnici die samenwerken om virussen te isoleren, te identificeren en autogene vaccins te produceren voor een breed scala aan dierlijke virussen. Naast het leveren van diagnostische analyses aan dierenartsen, heeft ons team ook de mogelijkheid om specifieke in vitro assays te ontwerpen om te helpen bij de ontwikkeling van nieuwe producten of het testen van de activiteit van bestaande producten. Voor dit embryonale ei kunnen meerdere primaire cellen of doorlopende cellijnen (MDCK, Vero, LMH, MA-104, enz.) worden gebruikt. Een grote verzameling van verschillende doelvirussen (tabel 1) is beschikbaar. Onze uitgebreide faciliteit heeft de mogelijkheid om meerdere tests uit te voeren (ex: celcultuur, PCR, qPCR, en ELISA) om ervoor te zorgen dat aan al uw behoeften onder één dak wordt voldaan.

Isaura Christiaens

Contactpersoon Virologie

Virussen beschikbaar voor testen

Hieronder volgt een lijst van virussen (niet beperkt) die beschikbaar zijn voor in vitro assays.

Tabel 1. Lijst van virussen. Recente velden en prototype-stammen

Assay-mogelijkheden

Hieronder volgt een beschrijving van enkele van de assays die wij in ons laboratorium hebben ontwikkeld.

Cytotoxiciteitstest
Fysische en chemische agentia kunnen toxiciteit veroorzaken op cellen. In vitro levensvatbaarheids- en cytotoxiciteitstests met gekweekte cellen worden veel gebruikt voor cytotoxiciteitstests van chemicaliën of drug screening. De evaluatie is gebaseerd op de reductie van MTT (3-[4,5-dimethylthiazol-2-yl]-2,5-difenyltetrazoliumbromide) door levensvatbare cellen tot paars formazaankristal, dat spectrofotometrisch kan worden gemeten. Verschillende concentraties van stoffen kunnen worden getest op doelcellen in 96-well-plaatformaat. De 50% cytotoxiciteitsconcentratie (CC50) wordt gedefinieerd als de concentratie van de stof waarbij de levensvatbaarheid van de cellen met 50% afneemt. Het monstertype kan een kandidaat-geneesmiddel, een antivirale stof, een toxine of een diervoederadditief zijn.

Antivirale tests
Bij deze test wordt het vermogen van de stof beoordeeld om de replicatie/productie van het virus in de celcultuur te remmen. De test wordt uitgevoerd door cellen te infecteren in aanwezigheid van verschillende concentraties van de teststof en de cellen en het celcultuursupernatans op verschillende tijdstippen na een aantal virusreplicatiecycli te verzamelen. Ook verschillende wijzen van behandeling/toevoer van de stof kunnen hier worden getest.

50 Procent Tissue Culture Infectious Dose (TCID50) eindpuntverdunning
De TCID50 is de hoeveelheid virus die nodig is om 50% van de cellen in een putje te doden. De test wordt uitgevoerd door inoculatie van serieel verdunde celcultuursupernatant/virusbouillon in een permissieve cellijn en incubatie gedurende verscheidene dagen. De aanwezigheid van cytopathogeen effect (CPE) wordt onderzocht door visuele observatie onder een lichtmicroscoop. De titer van het virus wordt berekend met de methode van Reed en Muench of aan de hand van plaquevormende eenheden.

Hemagglutinatieremming (HAR-test) (voor influenza of andere hemagglutinerende virussen)
Het principe van HI is de remming van hemagglutinatie van influenza door antilichamen tegen het virus. Het hemagglutinine-eiwit (HA) van het influenzavirus bindt zich aan de siaalzuurreceptor of rode bloedcellen (RBC’s). Dit proces wordt hemagglutinatie genoemd. Wanneer het influenzavirus zich aan de RBC’s bindt, zal het de RBC’s hemagglutineren, waardoor een raster wordt gevormd. Indien een serum dat influenza-antilichamen bevat aan het virus wordt toegevoegd voordat de RBC’s worden toegevoegd, zullen de in het serum aanwezige antilichamen zich aan het virus binden en het hemagglutinatieproces afremmen. De hoogste verdunning van het serum die de hemagglutinatie remt, wordt de HI-titer genoemd.

Microneutralisatie of Virusneutralisatie-test
Deze test wordt uitgevoerd om de aanwezigheid van functionele antilichamen ter voorkoming van een virusinfectie te evalueren. Voorverdunde antilichamen (of serum van gevaccineerde dieren) worden gedurende enige tijd voorgeïncubeerd met het doelvirus/toxine, waarna het complex wordt geïnoculeerd in een permissieve cellijn. Na enkele uren (dagen) incubatie wordt de aanwezigheid van CPE onder lichtmicroscoop onderzocht. Als het virus/toxine geen cytopathogeen effect veroorzaakt, wordt de levensvatbaarheid van de cellen gemeten met de MTT-test.

Isaura Christiaens

Contactpersoon Virologie